s.s. Goudvisch van de Sleepdienst Volharding uit Rotterdam

Zeventien en een half uur pompen.

Zaterdag 13 april 2013 is het eindelijk zover. Ruim acht maanden na de eerste bezichtiging kunnen we de “Remi“ en het bij de koop behorende ponton “Gaston” op gaan halen. Hun thuishaven is “Grembergen” aan de Schelde in België en Kees gaat zijn idee van avontuur, het spul op eigen kracht naar Schiedam te varen, ten uitvoer brengen. Zoon Dennis en oud stoomheier en techneut Harm gaan mee.

Hoe het allemaal begon:
Tijdens de hardzeildagen juli 2012 te Veere, een evenement waaraan onze stoomsleper “Hercules” ieder jaar deelneemt als start- en finishschip, krijgt Kees te horen van een Belgische buurman dat er een bootje te koop ligt in Grembergen. De eigenaar schijnt er wel vanaf te willen. Kees die altijd nog eens een “klein stoombootje” heeft willen hebben is geïnteresseerd.
Een week later gaan we op de heenweg van onze familievakantie naar België een kijkje nemen. De eerlijkheid gebied te zeggen dat de vrouwen van de familie alleen maar een hoop oud roest zien, maar de mannen zijn enthousiast.
In september besluiten we een bod te doen. De eigenaar heeft geen haast en hoeft er niet heel nodig vanaf. In januari van dit jaar komen we er via een oud machinist uit Breskens achter dat de “Remi” weleens de voormalige s.s. Goudvisch zou kunnen zijn van de Sleepdienst Volharding uit Rotterdam. En het enthousiasme van de mannen neemt alleen maar toe.
Als de oude eigenaren tenslotte instemmen met de verkoop weigert op het moment suprême de Belgische bank, zelfs zonder reden, onze betaling. Leve de euro en de IBAN nummers, maar na een bezoekje aan onze bank komt alles toch nog goed.

Het is inmiddels maart en er wordt gezocht naar een vrij weekeinde voor als het overbrengen niet in één dag gaat lukken, waterstanden bekeken en berekeningen gemaakt voor de reis.
Tweemaal wordt er met een auto vol met benodigde spullen voor de overtocht heen en weer naar België gereden, de mannen kunnen er nog net bij met hun knieën in de nek. Het kost ons een nieuw stuk uitlaat voor de auto maar je moet er wat voor over hebben. De eerste keer lukt het niet om de GM aan de praat te krijgen. De meegebrachte aggregaat draait wel maar levert geen stroom. De tweede keer gaan machinist Willem en Harm mee en is er meer geluk en start de motor bij de vierde poging. Er is van alle kanten lekkage maar dat kan de pret niet drukken. De motor loopt vijf kwartier en het ziet er goed uit.
13 april 2013 is het dan zover, we zijn gelukkig niet bijgelovig en het is geen vrijdag, en vertrekken ’s morgens om vijf uur richting België. Met een tussenstop in Dordrecht om techneut “Harm” op te pikken met een doos vol gereedschap. Tijdens de rit drinken we alvast een bakkie in de auto om tijd te besparen en om kwart voor zeven komen we op de plaats van bestemming aan. Daar is “Broos”, de eigenaar van de” Brabo 3” van de roeiers uit Antwerpen, wie zijn bootje naast het ponton afgemeerd ligt, al bezig met de voorbereidingen om zijn loopbrug van het grote ponton “Gaston” te verplaatsen naar het kleinere pontonnetje waar zijn “Brabo 3” aan vast ligt. De auto wordt “weer” uitgeladen en “Broos” wordt geholpen met het ophijsen van de loopbrug. De “Remi” wordt gestart en sleept het grote ponton onder de loopbrug uit waarna de loopbrug bevestigd wordt op het kleine ponton. Alles verloopt snel en soepel alsof de mannen al jaren samenwerken. En binnen drie kwartier vertrekken de mannen met boot en ponton, gebruik makend van het extra hoge waterpeil op dit tijdstip, om het baaitje, wat regelmatig droog valt, uit te komen. “Broos” en ik zwaaien ze uit en duimen dat alles goed zal gaan.
Dennis hangt de duw- en sleepseinen en lampen op en zet later tijdens de reis op het houtkacheltje in het vooronder koffie en maakt tussen alle bedrijvigheid door ook nog even foto’s van het verloop van de reis voor de achterblijvers en nieuwsgierigen.

Harm vertelt later dat hij de eerste 3 uur alleen maar met de motor bezig geweest is. En ondanks dat zegt hij naar aanleiding van een foto bij vertrek waarop hij wat nors lijkt te kijken: “Ik kan me niet herinneren dat ik het niet naar mijn zin had. Zelfs niet toen er 20 cm water in de machinekamer heen en weer klotste op de Westerschelde. Had alleen later even ruzie met een opwind zaklamp die maar 3 seconden licht bleef geven nadat je stopte met winden, voordat je dan die lamp tussen je knieën hebt geklemd en je schroevendraaiertje hebt gepakt om richting kroonsteen te gaan is het weer aarde donker, heb het toen maar op de tast gedaan.”
De mannen hebben twee klokpompen bij staan. De koelwaterpomp spuit aan alle kanten. Dat er een gaatje in de kont blijkt te zitten en er via de schroefas ondanks drie spuiten vet nog steeds water binnen stroomt, helpt ook niet mee om de boel droog te houden. (Kees noemt dit schroefaskoeling).
Voorbij Antwerpen gaat Kees van duwen over op slepen van het ponton. Net op dat moment valt er één pomp uit en door het “Nauw van Bath” moet er even rustig aan gedaan worden. Harm en Dennis verwijderen rommel onder de pomp en in het gat in de kont komt een vette lap. De koelwaterpomp wordt van een laag Duck Tape voorzien.

De reis gaat via Hansweert naar de Krammersluizen. In Bruinisse maken de mannen een tussenstop voor een lekkere moot gebakken vis. Vervolgens verder via de Volkerak. Het wordt spannend om in de regen en het donker van het Haringvliet naar het Spui te komen. De meeste tonnen zijn ’s avonds niet verlicht. Maar met vereende krachten lukt het toch de goede koers te varen. Het wordt een latertje maar na zeventien en een half uur varen komt het konvooi vijf minuten over één aan het begin van de Voorhaven van Schiedam in zicht en stuurt Dennis het ponton en de “Remi” naar binnen. We staan ze in de regen op te wachten en doen ons best om zo goed als we kunnen te helpen bij het afmeren. We voelen ons wel een beetje als dieven in de nacht met zaklampjes om bij te schijnen waar nodig.
De mannen zijn hoor- en zichtbaar vermoeid. Zo’n motor maakt vergeleken met een stoommachine toch wel erg veel herrie. Tegen de tijd dat iedereen naar bed kan zijn we toch allemaal bijna 24 uur op geweest en hebben de vorige nacht niet echt veel geslapen.
Maar een goed en voldaan gevoel blijft over als in de daaropvolgende dagen de vermoeidheid langzaam verdwijnt. Maar nu zal de grote klus pas gaan beginnen. Het is natuurlijk de bedoeling dat deze stoomfanaten de boot weer terug brengen naar de tijd van het stoomtijdperk en daarvoor zal er nog heel veel moeten gebeuren.
Dus wordt vervolgd……………………….

Marianne Boekweit.

Vorige maand hadden we al de motor gestart en proefgedraaid om te kijken of we de reis zouden aandurven.
Afgelopen weekend was het dan toch zover.:

Zaterdag lijkt de wereld uitgestorven als om 0400 uur de wekker gaat, zelfs de vogels zijn nog stil.
Na een stevig ontbijt word ik rond 0515 opgehaald voor een reis naar Grembergen / Dendermonde. Auto inhoud overgeladen aan boord, meerlijnen los gemaakt en loopbrug met kettingtakels aan de palen gehangen.
Bak eronder weg gehaald en ander ponton er onder geparkeerd, brug laten zakken en vast gelegd.
Gland (schroefas water keerring) los gezet dat de as makkelijker kon ronddraaien zonder door het ruwe as-oppervlak meteen de afdichting aan gort te draaien.
Motor gestart en gaan varen met bak voor de kop. (om 0730)

Bij halve kracht veel lekkage aan de koelwaterpomp waardoor de beunkoeling leeg liep.
Pomp omwikkeld met lappen, aangedrukt met een plaat aluminium en met tyraps vastgezet.
Die was opengescheurd door de vorst. Bij proefdraaien lekte hij echter maar minimaal.
Bijvullen aan dek met een emmer was niet voldoende om het water op peil te houden.
Bovendien hadden we niet een mannetje over om dat de rest van de reis te doen.
Al vrij snel goed warme motor die na verloop van tijd steeds warmer werd.
Beunkoeling (pijpen buiten de romp in de zij) mogelijk verroest of verstopt of ingedeukt.

Wierbak (aanzuigfilter buitenboord water) open gemaakt, zat helemaal vol met klei (haven valt droog) schoongemaakt en doorgespoeld, ook de leiding naar de pomp doorgeprikt met een duimstok. Ondertussen de lenspomp schoon moeten maken omdat er steeds maar vuil van overal vandaan de aanzuig verstopte (24 volt dompelpompje).
Gelukkig was de machinekamer schoon, men had de afgewerkte olie netjes opgevangen en afgevoerd. Koeling overgezet naar buitenboord en nadat alle klei door het hele systeem was geperst ging het beter met de temperatuur.
Tussendoor de GPS geïnstalleerd zodat de schipper kon zien hoe hard we gingen.
Met een kouder blijvende motor meer toeren kunnen maken en toen bleek er een nagel uit de kont te zijn (zat bij stilliggen boven water).
Gelukkig was daar de spant stuk en kon ik er een opgevouwen lap met een hamer onder slaan.
Vanuit de donkere machinekamer zag ik licht door een pinkdik groot gat.
Ondertussen slingerde de schroefas als een gek heen en weer zodat we denken dat die klei gesmeerd zal zijn geweest. Compleet uitgelopen lager. Ook dit gaf veel lekwater.
Eenmaal voorbij Antwerpen werd het wat ruiger met de golfslag en hebben we de bak op sleep genomen. Een ladder rechtop in de handgrepen van het voorluik van de bak diende als mast voor de sleepbal.
Door zwaarder werk en schonere leidingen meer druk in de pomp en die lekte als een vergiet door en langs de lappen. Tweede (12 Volt) lenspomp bijgezet die het niet kon bijhouden.
Gewacht tot scheepvaart voorbij was en met laarzen aan de machinekamer in.
Het water klotste al behoorlijk, schroefas kardan liep al door het water wat een koude zoute douche gaf.
Bij stationair toerental de pomp ontdaan van de lappen en afgedroogd.
Telkens weer nat doordat de pully bij slingeren ook door het water draaide door de golven in de machinekamer.
Met Ducktape rondom en met een paar lagen heel de boel zo goed als ging dicht geplakt.
Daarna weer gaan varen, lenspompen schoongemaakt en vlonders die waren gaan drijven op een hoop gelegd.

Wat een feest.

De slingerende schroefas was op een bepaald moment gestopt met lekken (de vloer viel droog en de 2de pomp kon uit) en dat vond ik toch wel verdacht.
Maar weer eens naar beneden geklommen en daar bleek het binnenste druklager bijna los te staan op de betonnen vloer. De as schommelde om het midden(druk)lager.
Met het vasttrekken van de moeren stopte het bewegen (tapeinden zaten nog wel in de vloer), maar spoot het water via de gland weer naar binnen.
Met vingertopgevoel de moeren zover los gezet dat het lager wel kon bewegen maar net niet ging slaan, daardoor ging ook het hevige lekken weer over op het “normale” spoelen i.p.v. spuiten.

Terug in de machinekamer stond daar het water weer tegen het kopschot aan.
Slang was van de pomp, door het steeds maar bewegen bij het schoonmaken.
Nieuwe slangklem gezocht (aandraaikopje was weggeroest), de slang doorgezaagd (was zo hard dat er niets meer mee te doen was) en ingekort weer vast gezet.
Nog steeds met de laarzen aan.
Later nog het aansluitkroonsteentje vervangen omdat het draadje was afgebroken en dus weer alles blank stond.

Bij Hansweert de bak kort achter de kont gebonden en gaan schutten.
Machinekamer was eindelijk onder controle na 8 uur varen.
Ook het zo af en toe toch weer oplopen van de temperatuur was zeldzamer geworden, mogelijk bleef nu de thermostaat gewoon open staan rond de 85-90°.

Het kanaal waren we zo door en op de Oosterschelde kon zelfs de machinist even wat mijlen “uitrusten” achter het stuurwiel. Met tegenstroom was de snelheid soms nog maar 4.3 knoop, dat was wat anders dan de 8 op Dender. Gelukkig in de Keeten weer stroom mee.
In de vissershaven van Bruinisse de “kop in de kant” en genoten van kibbeling van de viswinkel aldaar. De bak er weer voor geknoopt.
Daarna verder de krammersluis door en over een steeds donker wordend Volkerak uiteindelijk in de regen door de Volkeraksluis.(+/-2100uur)

Na de Haringvlietbrug ging echt het licht uit en hebben we met ons drieën op de uitkijk de tonnen ontweken. Net voor het Spui op de tast, met de verrekijker en met de GPS de kop afgestoken en met vliegende stroom mee, verder gevaren. Op de Oude Maas het snelheidsrecord verzet naar 9,7 knoop. Gelukkig was er daar weer wat licht door de omgeving en ging de reis naar Schiedam verder alsof we in het donker varen al jaren deden. In de haven alles zeevast gelegd, alle kranen en de gland dicht gedraaid en de boel afgesloten.

Overdag goed verzorgd met koffie en hete soep van het met kastdeurplankenhout gestookte duveltje in het vooronder. Daarna ben ik nog thuis gebracht, zodat om 0330 uur echt het licht uit kon.

Wat een machtig evenement.

H. van Heijningen

Foto’s en filmpjes van de s.s Goudvisch

Voor wie hier boven de foto’s en filmpjes niet kunnen zien,hier wat foto’s.


Uploaded with ImageShack.us

8 gedachten over “s.s. Goudvisch van de Sleepdienst Volharding uit Rotterdam”

  1. Rene, mooie site . Ik had al wat foto,s doorgemaild naar Martin verleden week, voor in blad. ! Misschien dat jij dit verhaal + foto,s ook naar Martin de Boer kan doorsturen. ! Zou leuk zijn voor Sleep & Duwvaart. editie. Bedankt en succes verders, Groetjes, JAN

  2. Wat een geweldige klus gaat dit worden, heel veel succes, en we wachten met spanning op de eerste rook, maar dan natuurlijk uit een schoorsteen.
    Wel een heel lief scheepje is het, nogmaals veel succes.
    Frank

  3. Dit is weer een echte oude wetse Boekweit actie. Mannen gaaf project. Trouwens hoe durven jullie om via de Westerschelde te varen? Maar zo te lezen en te zien is gelukkig alles goed gegaan. Trouwens een leuke opmerking van Marian “een hoop roest” , maar ja een nieuw project. Veel succes. Gr. Chris

  4. Vandaag even zelf op die Goudvisch wezen kijken..
    De Boekweiters nu een beetje kennende gaan ze er weer vol aan tegen aan.
    Wat een klus mensen, ze zoeken nog een paar gezellige vrij Willigers die het leuk vinden om aan zo’n project een duwtje te helpen geven.
    Ook onderdelen van Stoom machines kunnen wellicht van pas komen.
    Het scheepje heeft een prachtige lijn en ik denk ,dat het er zelf blij mee is , dat die gillende G.M uit haar buik verwijderd word, en ze weer een heerlijk stoom machientje krijgt van Kees.
    Trouwens die G.M zou nog best in een ander scheepje kunnen.
    Groeten Fred.

  5. Geachte mensen, volgens mij is de Goudvisch inderdaad een bootje van de voormalige sleepdienst V.O.S. geweest. Toen was het de Volharding 7.Ik heb er zelf een paar keer op gevaren in begin jaren 60.Toen zat er een afbreekbaar houten stuurhut op, om de stad in te varen.Zelf ben ik er mee naar de Bergse plas geweest ! vr.gr.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.